naar voren brengen (v) (subject) | zur Sprache bringen (v) (subject) |
naar voren brengen (v) (subject) | ansprechen (v) (subject) |
naar voren brengen (v) (vraag) | stellen (v) (vraag) |
naar voren brengen (v) (plan) | vorstellen (v) (plan) |
naar voren brengen (v) (suggestie) | aufstellen (v) (suggestie) |
naar voren brengen (v) (plan) | vortragen (v) (plan) |
naar voren brengen (v) (suggestie) | vorbringen (v) (suggestie) |
naar voren brengen (v) (subject) | erwähnen (v) (subject) |
naar voren brengen (v) (plan) | vorbringen (v) (plan) |
naar voren brengen (v) (vraag) | vorlegen (v) (vraag) |